Drie keer scheepsrecht

Rome kennen we allemaal als hoofdstad van Italië en dat niet alleen, in de oudheid was het zelfs de hoofdstad van het gehele Romeinse Rijk. Dat is niet altijd het geval geweest. In de late middeleeuwen was Rome vooral een bouwval en een gevaarlijke stad met maar weinig regels. Italië was toen nog geen verenigd land en Rome was de hoofdstad van de Pauselijke staat, een apart koninkrijk dat werd geregeerd door de Paus. De eerste koning van Italië koos Turijn als hoofdstad omdat zijn paleis daar stond. Later werd Florence de hoofdstad. Op dat moment hadden de Franse troepen Rome en de Pauselijke staten in handen. Toen die eindelijk konden worden verdreven werd Italië een verenigd land en werd Rome in 1871 de officiële hoofdstad van het land.

Shoppen in de oudheid

Het allereerste winkelcentrum ter wereld is in Rome ontstaan. Mercatus Traiani, de Markten van Trajanus. Het winkelcentrum werd tussen 100 en 110 na Christus gebouwd en was een enorm complex. In het gebouw bevonden zich 170 winkels en kantoren, twee auditoria voor concerten, appartementen, een bibliotheek en kroegen. Dit alles bevond zich op verschillende verdiepingen. Op de begane grond werden vooral agrarische producten verkocht en op de tweede verdieping konden de Romeinen olie, wijn en specerijen kopen. Op de bovenste verdieping bevonden zich de kantoren en appartementen. Door de Markten van Trajanus loopt de straat Via Biberatica, een naam die waarschijnlijk is afgeleid van het Latijnse woord bibere wat drinken betekend. Aan deze straat lagen de verschillende kroegen en tavernen. Een gedeelte van het complex is nog te bezichtigen, vooral de resten van de bibliotheek en de prachtige mozaïekvloer zijn erg bijzonder.

Van beton

Dat we vandaag de dag al die bijzondere bouwwerken nog (gedeeltelijk) kunnen bewonderen is te danken aan de Romeinen zelf. Hoewel cement al bestond verbeterden zij het recept en creëerden zo een sterk beton waarmee vervolgens onder andere het Colosseum is gebouwd. Het recept is rond de val van het Rijk kwijtgeraakt en pas rond 1700 werd er opnieuw met beton gewerkt.  Niet alleen hebben wij ons huidige beton te danken aan de Romeinen, het is zelfs zo dat het Romeinse beton van een aanzienlijk betere kwaliteit is dan wat er tegenwoordig wordt gebruikt. Het beton is een stuk duurzamer, sterker en milieuvriendelijker. Een voorbeeld hiervan zijn de Romeinse golfbrekers in de havens die na 2000 jaar nog in een goede staat verkeren terwijl bij moderne bouw de eerste tekenen van verval al na 50 jaar optreden. Gelukkig staan de Romeinse bouwwerken nog wel overeind na 2000 jaar zodat wij er tegenwoordig nog steeds van kunnen genieten!

Spaanse Trappen maar dan anders

Als we de naam mogen geloven zijn de trappen bij de Trinita dei Monti kerk Spaans. Ze heten tenslotte de Spaanse Trappen. Dat is alleen niet het geval. De trappen werden gefinancierd door een Franse diplomaat en ontworpen door twee Italiaanse architecten. Ze werden gebouwd om de Franse kerk te verbinden met het plein, Piazza di Spagna. Eigenlijk heette dit plein Platea Trinitatis maar het werd hernoemd na de bouw van het Palazzo di Spagna in de 17e eeuw. Dit paleis was de ambassade van Spanje en hierom werd het plein en de later gebouwde trappen naar het gebouw vernoemd.  Zodoende werden de Scalinata di Trinita dei Monti bekend als de Spaanse Trappen.

Fontein als goudmijn

Een bekende traditie, ontstaan in het Romeinse Rijk, is het gooien van een muntje in een fontein. Dit gebeurt dan ook onafgebroken bij de Trevi Fontein. Iedereen die in het water kijkt ziet een grote hoeveelheid muntjes liggen en zal zich vast afvragen hoeveel geld dit alles bij elkaar is. Een hele hoop! Elke dag wordt er ongeveer 3000 euro in de fontein gegooid en in 2016 is zo’n 1.4 miljoen euro uit de fontein gevist. Maar dat geld is niet, figuurlijk, weggegooid. Sinds 2006 wordt de fontein drie keer per week geleegd en aan de liefdadigheidsorganisatie Caritas geschonken. Deze organisatie gebruikt het geld voor speciale programma’s wereldwijd om minderbedeelden te helpen. In 2008 hebben ze in Rome een speciale supermarkt geopend met schappelijke prijzen voor de armste Romeinen. Zo is het muntje uiteindelijk dus toch echt goed terecht gekomen.